Plaquettes op rookwarendozen van G&VK

Uit de eigen collectie

R.P.M. Rhoen

In dit artikel het verhaal over de zilveren plaquettes in hoog reliëf naar vijf 17e-eeuwse schilderijen op de houten sigaren- en sigarettendozen van de Koninklijke Gerritsen & Van Kempen. Onze aandacht voor deze fraaie versiering van deze dozen werd gewekt door de schenking van een dergelijk sigarendoos in februari 2023 aan de Stichting De ZilverKamer Zeist met de voorstelling van De Nachtwacht naar Rembrandt.

De stichting bezit al sinds 2015 een sigarendoos met een voorstelling van een herbergscène naar een schilderij van David Teniers de Jonge (1610-1690). De fraaie doos heeft al op meerdere exposities van de stichting gestaan. Dat de doos in een serie paste, werd pas door de schenking uit 2023 duidelijk.


Schilderijen van 17e-eeuwse meesters

Het gaat om een serie van vijf afbeeldingen. Bekend zijn de plaquettes met

  1. De Nachtwacht (1642) van Rembrandt
  2. Het kaartspel (1645), een herbergscène van twee kaartspelende mannen en drie toekijkende mannen (1645) van David Teniers de Jonge
  3. Het Driekoningenfeest (1668),
  4. Het vrolijke huisgezin (1668), beide van Jan Steen,
  5. De vioolspeler (1673) van Adriaen van Ostade.
De Nachtwacht | De compagnie van kapitein Frans Banninck Cocq en luitenant Willem van Ruytenburgh maakt zich gereed om uit te marcheren, 1642, Rembrandt van Rijn (1606-1669), Rijksmuseum Amsterdam, Amsterdam.
Het kaartspel | La partie de cartes, 1645, David Teniers de Jonge (1610-1690), Musée des Beaux-Arts de Strasbourg (Frankrijk).
Het Driekoningenfeest | Das Bohnenfest, 1668, Jan Steen (1626-1679), Museum Schloss Wilhelmshöhe (Kassel (Duitsland)
Het vrolijke huisgezin | Soo de ouden songen, pijpen de jongen , 1668, Jan Steen (1626-1679), Rijksmuseum Amsterdam, Amsterdam.  
De vioolspeler, 1673, Adriaen van Ostade (1610-1685), Mauritshuis (officieel Koninklijk Kabinet van Schilderijen Mauritshuis), Den Haag.

Voorstellingen naar 17e-eeuwse schilderijen

In het laatste kwart van de 19e-eeuw eeuw ontstond in Nederland onder invloed van de bouw van het Rijksmuseum (1876-1885) en het Centraal Station (1881-1889) in Amsterdam brede belangstelling voor de Nederlandse kunst en geschiedenis van de 17e-eeuw. In het Rijksmuseum was het schitterend gedreven zilver van de zilversmeden Adam van Vianen (1568/1569-1627), Paulus van Vianen (circa 1570-1613) en Johannes (Janus) Lutma (circa 1584-1669) te bewonderen. Deze hernieuwde kennismaking met in hoog reliëf gedreven zilver bracht een nieuwe kunststroming in het zilverwerk, aangeduid als Oudhollands en imitatie-antiek. Beide benamingen werden naast elkaar gebruikt.

In weerwil van vernieuwing in de kunst en de kunstnijverheid - waaronder de edelmetaalnijverheid - vanaf eind 19e-eeuw - Nieuwe Kunst, ook wel jugendstil of art nouveau, modernisme en postmodernisme -, bleef zilverwerk met Oudhollandse motieven tot eind 21e-eeuw populair bij de grote massa.

Was het de wansmaak van de grote massa, waarover Elka Schrijver het heeft in haar boek Zilver (Bussum, 1963) op pagina 95: ‘Het is hier niet de plaats in te gaan op de vraag in hoeverre het voor grote bedrijven economisch noodzakelijk is toe te geven aan de slechte smaak van de esthetisch onontwikkelde detaillist, en aan de door deze negatie beïnvloede wansmaak van de grote massa (…).

Zaanlandsche Zilversmederij

Het succes van Oudhollands zilverwerk toont de geschiedenis van de Zaanlandsche Zilversmederij van Gerardus (Klaaszn) Schoorl (1848-1915), gespecialiseerd in imitatie van antiek zilver in een breed assortiment. In zijn collectie onder meer dozen met in het deksel een tafereel naar een schilderij van Jan Steen of Ostade in reliëf gewerkt.

In 1895 werd in Amsterdam de Wereldtentoonstelling voor het Hotel- en Reiswezen gehouden. Op de tentoonstelling trok het nagebouwde 17e-eeuwse stadje Oud-Holland de meeste aandacht. Daar verkocht Schoorl in het winkeltje Zilversmid van Zaandijk zijn imitaties van antiek zilver ‘oude beugels, gespen, lepels en andere Zaansche oudheden’. Vanaf 1896 noemde hij zijn zilverfabriekje Zaanlandsche Zilversmederij.

In De Hollandsche Revue van 23 november 1909 staat een reportage over de Zaanlandsche Zilversmederij. Uitgebreid wordt ingegaan op de ontwikkeling van een winkel van goud- en zilverwerken met een werkplaats in 1871 in Zaandijk tot de bouw in 1907 van een zilverfabriek in Haarlem en met winkels in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam in 1909.

Het weekblad De Ingenieur schreef op 10 juni 1905 reeds: ‘De imitatie van oud-zilverwerk schijnt een belangrijke tak van Nederlandsche nijverheid te worden.

Op de vierde Nederlandse Jaarbeurs die in 1920 in Utrecht werd gehouden - met 1025 deelnemers ingedeeld in 25 nijverheidsgroepen - was goud- en zilverwerken in groep vijf ondergebracht. Hierin was ook ruimte ingericht voor Oudhollands. Het benadrukt het belang van deze stijl van zilverwerken toentertijd.

Het waren vooral toeristen - met name Amerikaanse en Engelsen - die dat zilverwerk kochten.

Het maandblad Het Huis schrijft in 1914: ‘Naast het Friesch, Zeeuwsch en Schoonhovensch zilver, heeft het Zaansch zilver immer een belangrijke plaats in ons land bekleed. En nog! Het oude wordt geïmiteerd en vindt in het buitenland een ruim afzetgebied en menig tourist zal in Amsterdam, Scheveningen of Rotterdam een zilveren voorwerp gedreven in de nu naar Haarlem overgeplaatste Zaanlandsche zilversmederij, als geschenk voor bloedverwanten of kennissen, aankopen.

Helaas ging die buitenlandse klandizie twintig jaar later grotendeels verloren. Het Haarlem’s Dagblad schreef op 21 april 1932 over een bezoek aan de zilverfabriek van Niekerk & Zoon in Schoonhoven. Hierin wordt gezegd dat het slecht ging met de handel in Oudhollands. ‘Het imitatie-antiek ging vroeger grif van de hand aan vreemdelingen, doch de vreemdelingen komen niet meer en de uitvoer heeft evenzeer een gevoelige klap gekregen. Amerika, dat de beste afnemer was, sloot de grenzen nagenoeg. Dat hebben wij te danken aan de Japanneezen, die geen Rijkswaarborg hebben en allerlei namaak voor echt naar de States stuurden. Er ontstond tenslotte een algemeen wantrouwen en het bonafide Hollandsche product was er de dupe van.

Advertentie van de Zaanlandse Zilversmederij in Het Nieuws van den Dag, 29 november 1913.

In 1914 werd de Zaanlandsche Smederij overgenomen door de N.V. Fabriek van Gouden en Zilveren Werken v/h Jac. Vos & Co. te Rotterdam. Aldert Schoorl (1875-1971), een zoon van de oprichter Gerardus (Klaaszn.) Schoorl, werd mededirecteur. De productie in de fabriek in Haarlem van Oudhollands werd voortgezet. Het in de catalogus van de N.V. Nederlandsch-Indische Maatschappij tot Exploitatie van Juweliersmagazijnen Begeer, Van Kempen en Vos (Amsterdam, z.j.) opgenomen zilverwerk in Oudhollands, is de collectie van de Zaanlandsche Smederij. In 1983 hield de Zaanlandsche Smederij op te bestaan.

Het meesterteken van de Zaanlandsche Smederij was G hamer S. De letters G en S staan voor Gerardus Schoorl. Na de overname door Vos was V.S tot 1919 het meesterteken voor de zilversmederij in Haarlem. Van 1920 tot 1990 Z hamer Z (ZZ = Zaanlandse Zilversmederij) in een achtkantig contour.

Zaanlandsche Zilversmederij, theeservies op blad. De Hollandsche Revue, jrg. 14, 1909, no 11, 23 november 1909.
Zaanlandsche Zilversmederij, verschillende lepels, druivenschaar enz. met Oudhollandse motieven. De Hollandsche Revue, jrg. 14, 1909, no 11, 23 november 1909.
Zaanlandsche Zilversmederij, tafellucifersschuit, theebus en tabaksdoos met Oudhollandse taferelen in reliëf. De Hollandsche Revue, jrg. 14, 1909, no 11, 23 november 1909.
Zilverwerken in 1915 in de handel gebracht door de N.V. Fabriek van Gouden en Zilveren Werken v/h Jac. Vos & Co. te Rotterdam, in: C.A.J. Begeer en M.J. Brinkgreve, ‘Een eeuw edelsmeedkunst 1835-1935’. Gedenkboek N.V. Koninklijke Nederlandsche Edelmetaal Bedrijven Van Kempen en Vos, Voorschoten 1935.
Zilveren sierlepel met in de ovale bak een gedeeltelijke afbeelding van het schilderij De Nachtwacht (1642). Aan de bovenkant van de opengewerkte steel een naar links gewend portret van Rembrandt van Rijn (1606-1669). Gehalteteken: lopende leeuw (2e gehalte); kantooraanduidend teken: A (Amsterdam); jaarletter: Minervakop met letter N (1904); meesterteken: G hamer S (Gerardus Schoorl). Lengte: 275 mm (fors model, want later was de lengte bepaald op 200 en 220 mm). Techniek: gegoten. Gewicht: 128 gram. Collectie Stichting De ZilverKamer Zeist.


Navolging in Zeist

Gero bracht in 1936 het Oudhollands modelnummer 635 op de markt. Tot 1958 was dat model in productie. Het was een van de duurste modellen van Gero. In een advertentie uit 1939 wordt over dit bestekmodel gezegd: ‘De Gouden Eeuw... Tijd van roem… voorspoed… schoonheid… Onze edelsmeedkunst wordt wereldvermaard. De sierlijke stijl dier lichtende 17e eeuw vindt U terug in Gero-Zilver model no. 635, waarin behalve de vele artikelen voor ontbijt- en koffietafel nu ook het tafelzilver gebracht wordt. Een tafel gedekt met Gero-Zilver in dit interessante Oudhollandsche model, heeft een onweerstaanbare bekoring ’.

Met de Nederlandse Gouden Eeuw wordt de 17e eeuw bedoeld. Het was een bloeiperiode van handel, wetenschap en kunsten in de westelijke provincies van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, met name in Holland.

Een tweede bestekmodel in Oudhollands was modelnummer 647. Het wordt soms nader aangeduid als het model met siervogel of paradijsvogel of kraanvogel. Van circa 1940 tot 1975 was dit model in productie. In dat motief was ook een zesdelig toiletgarnituur verkrijgbaar, bestaande uit handspiegel, haarborstel, harde en zachte kleerborstel, kam en klein poederdoosje voor de handtas.

Van beide modellen heeft De Stichting De ZilverKamer Zeist diverse bestekonderdelen in haar collectie.

Verzilverde siergebakschep in modelnummer 647 met in de puntbak in cartouche een afbeelding in hoog reliëf naar het schilderij De vioolspeler, 1673, van Adriaen van Ostade (1610-1685). Op het steeluiteinde in cartouche een varende botter, een windkorenmolen en twee huisjes. Gero. Verzilverd op basis 90. Lengte: 262 mm. Techniek: geperst. Gewicht: 104 gram. Collectie Stichting De ZilverKamer Zeist.
De vioolspeler, 1673, Adriaen van Ostade (1610-1685).

Nog meer in de stijl van de Zaanlandsche Zilversmederij waren de gebakschep, de servetstandaard en de jampothouder met een voorstelling van een Hollands waterlandschap.

Verzilverde jampothouders, servetstandaard en gebakschep met in cartouche een voorstelling van een Hollands waterlandschap, geperst, Gero. Collectie Stichting De ZilverKamer Zeist.
Verzilverde siergebakschep met in de puntbak in cartouche een afbeelding in hoog reliëf van een zeilende botter tegen de achtergrond van een Zuiderzeestad met kerktoren en windmolen. Op het steeluiteinde een zeilschip. Gero. Lengte: 250 mm. Techniek: geperst. Gewicht: 105 gram. Collectie Stichting De ZilverKamer Zeist.

Een uniek stuk is de sigarettendoos die mw. H. Heger-van Dijk te Zeist in 2017 bestemd heeft voor Stichting De ZilverKamer. De doos is gemaakt op de Gerofabriek, waar zij werkzaam is geweest. Het materiaal is roodkoper (geelkoper is messing, een legering van roodkoper en zink). De afmetingen zijn 140 x 100 x 44 mm (l x b x h). Op de deksel staat een afbeelding van het schilderij Gezicht op Delft van Johannes Vermeer. De zijkanten zijn gedecoreerd met Hollandse stadsaanzichten. Aan de onderkant staat in een cirkel de letter D. Dit is de Gero-jaarletter voor 1938. Daarmee past deze doos in het bestek van dit artikel. Er zijn geen andere exemplaren van deze doos bekend en waarschijnlijk een proefmodel. Als het tot productie zou zijn gekomen, zal het de bedoeling zijn geweest als verzilverd op de markt te brengen.

De roodkoperen sigarettendoos en  het Gezicht op Delft, 1660-1661, Johannes Vermeer (1632-1675), Mauritshuis (officieel Koninklijk Kabinet van Schilderijen Mauritshuis), Den Haag.

Sola kwam in 1950 met een serie klein schepwerk, waarvan de steel en de rand in Oudhollandse stijl en in Oudhollands ajour waren uitgevoerd. Op de najaarsbeurs van 1956 in Utrecht presenteerde Sola haar serie van tafelservies en klein schepwerk met Oudhollandse motieven: een jampothouder, een maggifleshouder en drie modellen asbakjes.

Sola reclamefolder van verzilverde artikelen met Oudhollands decor, april 1957. Collectie Stichting De ZilverKamer Zeist.

Sola liet zich inspireren door 17e-eeuwse schilderijen. Zo staat op een gebakschep een voorstelling naar het schilderij Kinderen leren een poes dansen van Jan Steen.

Kinderen leren een poes dansen | De dansles, 1660-1679, Jan Steen (1626-1679), Rijksmuseum Amsterdam, Amsterdam.
Verzilverde gebakschep met in cartouche voorstelling in hoog reliëf naar het schilderij Kinderen leren een poes dansen, 1660-1679, van Jan Steen (1626-1679), geperst, Sola. Collectie Stichting De ZilverKamer Zeist.

Oudhollands uit de zilverfabriek van Koninklijke Gerritsen & Van Kempen

Evenals andere zilverfabrieken bracht Gerritsen & Van Kempen een uitgebreide collectie schepwerk in Oudhollands op de markt. In de driedelige 67 pagina’s tellende catalogus Imitatie-Antiek Zilveren Werken werd de collectie getoond. De bijbehorende prijscourant is gedateerd juni 1928. De artikelen waren gelet op de gemeentewapens en de klederdrachten sterk op het toerisme gericht.

Deel 3 van de catalogus Imitatie-Antiek Zilveren Werken van de Koninklijke Gerritsen & Van Kempen, 1928, 247 x 160 mm (b x l), drukkerij Van Lonkhuyzen, Zeist. Collectie Stichting De ZilverKamer Zeist.

In die catalogus van Oudhollands zijn de houten sigaren- en sigarettendozen met op het deksel een zilveren plaquette met een voorstelling van een beroemd 17e-eeuws schilderij van een Hollandse meester, niet opgenomen. In het archief van Gerritsen & Van Kempen, dat bij het RKD-Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis in Den Haag wordt bewaard, bevindt zich geen catalogus van deze dozen voor rookwaren. Toch waren ze in het assortiment. Het eerst bekende exemplaar werd nota bene op 7 september 1929 door het personeel van Gerritsen & Van Kempen aangeboden aan directeur Johannes Hendrik (Jo) Steenbeek bij gelegenheid van zijn 25-jarig dienstjubileum.

De twijfel of die dozen wel bestemd waren voor het bewaren van sigaren en sigaretten en niet voor bijvoorbeeld sieraden - had immers ook gekund met die fraaie voorstelling -, wordt weggenomen door de woorden bij het aanbieden aan de jubilaris: ‘En tenslotte, hooggeachte jubilaris, aanvaard als derde geschenk uit onze handen, een object, meer voor uw privé bestemd, n.l. deze sigarenkist.

Uit 1929 zijn nog vier exemplaren bekend, twee met Het Driekoningenfeest van Jan Steen (1626-1679) en twee met De Nachtwacht van Rembrandt van Rijn (1606-1669). Dit geeft aan dat de sigarendoos van Steenbeek met een afbeelding van het schilderij Het kaartspel van David Teniers de Jonge (1610-1690) geen gelegenheidsproduct was. De elektrische klok van verguld metaal en email, ontworpen door Toos den Hartoog-Muijsert, die Steenbeek in 1945 van het personeel ontving bij zijn 40-jarig jubileum, de viering was in verband met de oorlog een jaar uitgesteld, was duidelijk een unicaat.

Niet de gehele voorstelling van het schilderij werd op de plaquette overgebracht, maar het hoofdthema. Daarnaast nam de zilversmid de vrijheid om waar nodig te variëren met de voorstelling.

Als men de plaquettes bekijkt, rijst de vraag hoe ze gemaakt zijn. Er bestaan vier mogelijkheden: holpersen, massief persen, gieten en drijven. Misschien zijn ze ook niet allemaal volgens dezelfde methode gemaakt.

Als meerdere plaquettes naar eenzelfde model moeten worden gefabriceerd, wordt daarvoor een stempel vervaardigd. De graveur maakt een verdiepte, negatieve stempel. Dat wil zeggen dat de gewenste voorstelling die op de plaquette in hoog reliëf komt te staan, in spiegelbeeld wordt gemaakt. Wat op de plaquette hoog ligt, ligt in de stempel laag; wat op het voorwerp links is, is in de stempel rechts en omgekeerd. De uitgediepte voorstelling wordt in de zilverindustrie gravure genoemd en de stempel matrijs. De matrijs kan bij het persen en bij het gieten worden gebruikt.

Bij holpersing wordt een onderstempel (matrijs) en een bovenstempel (patrijs) gebruikt. De patrijs past precies in de matrijs. Tussen de matrijs en de patrijs wordt een dunne zilverplaat gelegd. Bij het persen drukt de patrijs de zilverplaat in de vorm van de gravure van de matrijs. Omdat de achterkant hol is, is de benodigde hoeveel zilver geringer dan bij massief persen en gieten.

Bij massief persen dient de matrijs ook als onderstempel en ligt ook weer met de gravure aan de bovenkant. Hierop wordt een zilveren plaat gelegd. Deze is dikker dan bij holpersen. Door de vlakke bovenstempel - in het vakjargon boventas genoemd - met behulp van een frictiepers op de onderstempel te drukken, wordt de gravure in de zilverplaat gedrukt. Het eindresultaat is een plaquette die aan de bovenzijde geornamenteerd is en de andere kant vlak. De voorstelling is dan vol zilver.

Gieten is een andere methode die gebruikt zou kunnen zijn. Hierbij worden de voorwerpen in hun geheel in zilver gegoten. Het is een arbeidsintensieve werkwijze. Deze methode vergt veel materiaal en is daarmee kostbaar. Bij gieten wordt een gietraam gebruikt, dat uit twee helften bestaat. In een helft wordt vormzand - zogenaamde Brusselse aarde – gestort, dat stevig wordt aangestampt. Vervolgens wordt het te gieten model in het vormzand gedrukt. De andere helft van het gietraam wordt op het eerste raam geplaatst. Daarop wordt het tweede raam met vormzand gevuld, waarna beide helften van het gietraam weer van elkaar gescheiden en het model uit het zand wordt gehaald. In het vormzand worden meerdere giet- en ontluchtingskanalen aangebracht, die samen komen bij de gietopening. De twee helften worden weer op elkaar gelegd en samengeklemd, waarna het vloeibare zilver in de vorm wordt gegoten. Na het gieten worden beide helften van het gietraam weer van elkaar gehaald en het gegoten voorwerp uit het zand genomen. Vooral klein schepwerk in Oudhollands wordt gegoten. Bij Gerritsen & Van Kempen werd die collectie niet gegoten maar geperst, omdat de voorstelling scherper werd.

De vormer bezig met het aanstampen van het vormzand, zogenaamde Brusselse aarde, in het gietraam. Op de voorgrond het model van De Nachtwacht. Uit: J. Hammes, Goud Zilver Edelstenen (Amsterdam, 1943), p. 415.  

Drijven is als het ware boetseren in zilver, waarbij het er alleen om gaat het zilver in allerlei richtingen te drijven. Daarvoor gebruikt de drijver een speciale drijfhamer en een groot aantal ponsen. Als op de achterzijde van de plaat de afbeelding zichtbaar is, wordt het metaal van achteren met pons en hamer omhooggeslagen. Na het omhoogslaan - op drijven - moet de reliëfplaat aan de voorzijde nog met een pons worden nagelopen om alles scherp te laten uitkomen en de ondergrond te vlakken. Het spreekt vanzelf dat bij de andere in het kort besproken methodes de plaquettes na het persen en het gieten eveneens afgewerkt moeten worden.

Om meer reliëf aan de voorstelling te geven werden de plaquettes geoxideerd. Door het zwart maken van de lager liggende delen liet men de figuratie meer uitkomen en verkreeg de voorstelling meer diepte.

Een schriftelijke bron over op welke wijze de Koninklijke Gerritsen & Van Kempen deze plaquettes heeft gefabriceerd, ligt er niet. Om antwoord op die vraag te krijgen een nauwkeurige bestudering van de plaquettes die beschikbaar zijn.

Holle plaquettes zullen in tegenstelling tot massieve plaquettes sneller butjes of slijtageplekken in de voorstelling vertonen. Zelfs gaatjes als gevolg van te ijverig poetsen. In de plaquette van Het Driekoningenfeest zitten twee kleine gaatjes.

Bij het inslaan van de vier keurtekens van de Waarborgwet (meesterteken, gehalteteken, kantooraanduidend teken en jaarletter) bestaat de kans dat holgeperste en gedreven plaquettes licht ingedrukt worden. Bij de plaquettes van Het kaartspel, jaarletter T (1929), De Nachtwacht, jaarletter T (1929) en Het vrolijke huisgezin, jaarletter W (1931), respectievelijk nummer 3, 4, 5 en 7 in het overzicht, is de indeuking voelbaar. Als men met een vingertop voorzichtig op een hooggelegen stuk van het reliëf tikt, dan hoort men een hol geluid.

Bedrijfseconomisch zijn de kosten van belang. Met holpersing kan men meer exemplaren fabriceren dan bij drijven. Daarbij komt dat nadat handmatig een stempel is vervaardigd, het grootste deel van de werkzaamheden machinaal uitgevoerd kan worden. Dit in tegenstelling tot drijven, dat volledig handwerk is. Bij holpersing zijn de arbeidskosten aanmerkelijk lager. De materiaalkosten bij holpersing zijn ook aanmerkelijk lager dan bij massieve persing en bij gieten. Op grond van deze waarnemingen en kostenaspecten wordt aangenomen dat de plaquettes met holpersing werden geproduceerd.

Plaquette licht ingedeukt door het inslaan van de keurtekens van de Waarborgwet, hetgeen op holpersing duidt.

De plaquettes van Het kaartspel, jaarletter T (1929),nummer 3 in het overzicht, De nachtwacht, jaarletter T (1929), nummer 5 in het overzicht, en Het vrolijke huisgezin, jaarletter W (1931), nummer 7 in het overzicht, zijn - zoals aan de binnenkant te zien -, met vier treknageltjes op het deksel vastgezet.

Binnenkant van de deksel waar te zien is dat de plaquette vastgezet is met klinknageltjes.

De oudere plaquettes zijn zonder sierrand. Zij liggen strak in het raam van de lijst op het deksel. De exemplaren met een kader en florale sierrand - bekend sinds aanvang 40’er jaren - liggen in de sponning onder de lijst en hebben daarmee extra houvast.

Plaquette zonder sierrand, 1929. Collectie Stichting De ZilverKamer Zeist.
Plaquette met kader en sierrand, 1943. Collectie Stichting De ZilverKamer Zeist.

De plaquettes van de Koninklijke Gerritsen & Van Kempen

Als men oude krantenartikelen leest, dan ziet men dat het schenken van een sigarendoos aan een man bij een jubileum, afscheid of andere feestelijke gelegenheid in vroegere jaren een veel voorkomend cadeau was. Op het gebied van rookartikelen en -garnituren was een ruime keuze, zoals te zien in een 200 pagina’s tellende catalogus N.V. NEDERLANDSCH-INDISCHE MAATSCHAPPIJ BEGEER VAN KEMPEN EN VOS (Amsterdam, vóór 1942) met juwelierszaken in Weltevreden (Java), Soerabaia (Java), Semarang (Java), Bandoeng (Java) en Medan (Sumatra).

De N.V. Fabriek van Gouden en Zilveren Werken Gerritsen en Van Kempen bestond in 1926 60 jaar. Op 1 mei dat jaar trad J.A. Gerritsen (1874-1945) af als directeur van de fabriek. Bij die gelegenheid werd hem door het personeel een in de fabriek vervaardigde zilveren sigarendoos aangeboden, met op het deksel een door J.C. Wienecke gemodelleerd portret van de oprichter van de zilverfabriek en vader van de scheidende directeur J.A.A. Gerritsen (1841-1925). Het zal een unicaat geweest zijn.

Het kaartspel — Gerritsens zwager en collega J.H. Steenbeek (1884-1975) werd op 7 september 1929 gehuldigd bij gelegenheid van zijn 25-jarig als directeur van de Koninklijke Gerritsen & Van Kempen. Bij monde van bureauchef T. Maat (1892-1958) werd hem namens het personeel een sigarendoos aangeboden. Uit de nalatenschap van J.H. Steenbeek (1926-2010), een zoon van de jubilaris en medeoprichter van Stichting De ZilverKamer Zeist, heeft de stichting deze sigarendoos in maart 2015 verworven.

Rechthoekige en geperst zilveren plaquette met een voorstelling naar het schilderij Het kaartspel, 1645, van David Teniers de Jonge (1610-1690). Keurtekens Waarborgwet: meesterteken: GVK (Gerritsen & Van Kempen); gehalteteken: staande leeuw (1e gehalte; het Nederlandse keurmerk voor 925/1000 zilver); kantooraanduidend teken: Minervakop met letter B (Utrecht); jaarletter: T (1929). Afmetingen doos 220 x 130 x 80 mm (l x b x h); afmetingen plaquette 180 x 95 mm (l x b). Gewicht 461 gram. Beukenhout. Collectie Stichting De ZilverKamer Zeist.
Herinneringsplaquette aangebracht in de sigarendoos 1904 – SEPT. – 1929 |HET PERSONEEL, met het meesterteken G.v.k (Gerritsen & Van Kempen), afmetingen 70 x 20 mm.

Bij Veilinghuis De Ruiter te Klaaswaal werd in juni 2023 een houten doosje versierd met een zilveren plaquette met dezelfde voorstelling als hierboven beschreven uit 1943 aangeboden, maar met dat verschil dat rondom de voorstelling van de kaartspelende mannen in een herberg een kader en een florale sierrand is aangebracht. Dat verschil was voor de stichting reden om dat doosje te verwerven.

Bij vergelijking van beide plaquettes valt verder op dat aan de boven- en onderkant van de afbeelding binnen het kader de voorstelling enkele millimeters is vergroot. Op deze wijze komt de voorstelling meer overeen met het schilderij waarnaar de plaquette is gemaakt.

Rechthoekige en geperst zilveren plaquette met een voorstelling naar het schilderij Het kaartspel, 1645, van David Teniers de Jonge (1610-1690). Keurtekens Waarborgwet: meesterteken: GVK (Gerritsen & Van Kempen); gehalteteken: staande leeuw (1e gehalte; het Nederlandse keurmerk voor 925/1000 zilver); kantooraanduidend teken: Minervakop met letter B (Utrecht); jaarletter: I (1943). Afmetingen doos 245 x 163 x 75 mm (l x b x h); afmetingen plaquette 197 x 116 mm (l x b); breedte sierrand met kader 8 mm. Gewicht 840 gram. Coromandel hout. Collectie Stichting De ZilverKamer Zeist.


De Nachtwacht
— Zanglustige werknemers van de Koninklijke Gerritsen & Van Kempen richtten op 15 maart 1929 het G.v.K. Mannenkoor op. Als dirigent werd E. Bos (1888-1962) aangetrokken. Op vrijdag 21 maart 1930 gaf het koor in de Concertzaal van Figi aan Het Rond zijn eerste concert. De plaatselijke pers was lovend. Bos ontving als dank en herinnering aan het debuutconcert een houten sigarendoos met op het deksel een zilveren plaquette met een voorstelling van De Nachtwacht naar het schilderij van Rembrandt. Op 28 februari 2023 werd de sigarendoos door kleinzoon E.W. Bos aan de stichting aangeboden.

Rechthoekige en geperst zilveren plaquette met een voorstelling naar het schilderij De Nachtwacht, 1642, van Rembrandt van Rijn (1606-1669). Keurtekens Waarborgwet: meesterteken: G.v.k (Gerritsen & Van Kempen); gehalteteken: staande leeuw (1e gehalte); kantooraanduidend teken: Minervakop met letter B (Utrecht); jaarletter: T (1929). Afmetingen doos 220 x 130 x 80 mm (l x b x h), afmetingen plaquette 180 x 95 mm (l x b). Gewicht 440 gram. Beukenhout. Collectie Stichting De ZilverKamer Zeist.
Herinneringsplaquette aangebracht in de sigarendoos TER HERINNERING 1E CONCERT | G.V.K. MANNENKOOR | 21-3-’30, linksonder meesterteken: G.v.k (Gerritsen & Van Kempen) en rechtsonder gehalteteken voor kleine nieuwe voorwerpen (‘kleine keur’), afmetingen 75 x 18 mm.

De volgende afgebeelde sigarendoos met De Nachtwacht is weliswaar niet in bezit van de Stichting De ZilverKamer Zeist, maar heeft een bijzondere historische betekenis voor Zeist en is daarom aandacht voor deze doos in dit artikel.

Aan de binnenzijde van de doos zit namelijk tegen het deksel een herinneringsplaquette, waarvan de tekst luidt: 1 JULI 1945 | ALLE GEMEENTELIJKE SOCIALE ZORG | IN ÉÉN DIENST | AANGEBODEN DOOR | PLV. SECRETARIS EN PERSONEEL | VAN HET B.A.

B.A. is de afkorting van Burgerlijk Armbestuur. Het Burgerlijk Armbestuur was opgericht in 1909 en was gehuisvest in het oude raadhuis aan de 1e Dorpsstraat 15. Op 20 juni 1945 nam het college van burgemeester en wethouders van Zeist het besluit de naam van het Burgerlijk Armbestuur te wijzigen in Maatschappelijk Hulpbetoon en tot instelling van een Dienst voor Sociale Zaken. Voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur was dr. J. Lammerts van Bueren (1872-1961). Hij bekleedde die functie van 1939 tot 1946. Plaatsvervangend secretaris-penningmeester was J.J.M. Truijens (1910-1969). Gelet op de tekst AANGEBODEN DOOR PLV. SECRETARIS EN PERSONEEL werd deze sigarendoos aan Lammerts van Bueren aangeboden.

Sigarendoos aangeboden in 1945 aan dr. J. Lammerts van Bueren (1872-1961) bij zijn afscheid als voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur van Zeist. Keurtekens Waarborgwet: meesterteken: G.v.k (Gerritsen & Van Kempen); gehalteteken: staande leeuw (1e gehalte); kantooraanduidend teken: Minervakop met letter B (Utrecht); jaarletter: J (1944). Afmetingen doos 243 x 165 x 80 mm (l x b x h), afmetingen plaquette 195 x 115 mm (l x b). Gewicht 900 gram. Met sierrand. Coromandel hout (buitenkant) en loofhoutceder (binnenkant). Particuliere collectie.


Het Driekoningenfeest
— In haar poging meerdere plaquettes in haar collectie op te nemen heeft de stichting op 4 maart 2023 op een veiling een sigarettendoos met de voorstelling van Het Driekoningenfeest van Jan Steen aangekocht.

Rechthoekige en geperst zilveren plaquette met een voorstelling naar het schilderij Het Driekoningenfeest, 1668, van Jan Steen (1626-1679). Keurtekens Waarborgwet: meesterteken: G.v.k (Gerritsen & Van Kempen); gehalteteken: staande leeuw (1e gehalte); kantooraanduidend teken: Minervakop met letter B (Utrecht); jaarletter: T (1929). Afmetingen doos 157 x 92 x 70 mm (l x b x h); afmetingen plaquette 125 x 60 mm. Gewicht 324 gram. Rozenhout. Collectie Stichting De Zilverkamer Zeist.


Met vrolijke huisgezin
— Met de aankoop van de sigarendoos met de plaquette met de voorstelling van Het vrolijke huisgezin van een particulier op 9 maart 2023, is de stichting erin geslaagd een bijzondere collectie samen te stellen, die historisch gezien toch samen hoort.

Op 9 maart 2023, zeer kort na aankoop van de doos met Het Driekoningenfeest, werd van een particulier een sigarendoos met de plaquette met de voorstelling Het vrolijke huisgezin aangekocht. Langzaam groeide bij toeval een bijzondere collectie zilveren plaquettes die elders niet was samengebracht.

Rechthoekige en geperst zilveren plaquette met een voorstelling naar het schilderij Het vrolijke huisgezin, 1668, van Jan Steen (1626-1679). Keurtekens Waarborgwet: meesterteken: G.v.k (Gerritsen & Van Kempen); gehalteteken: staande leeuw (1e gehalte); kantooraanduidend teken: Minervakop met letter B (Utrecht); jaarletter: W (1931). Afmetingen doos 220 x 135 x 80 mm (l x b x h); afmetingen plaquette 180 x 95 mm (l x b). Gewicht 492 gram. Beukenhout.  Collectie Stichting De Zilverkamer Zeist.


De vioolspeler — Op een digitale veiling werd in augustus 2023 een houten juwelenkistje met een sierplaat van 925 zilver, zo luidde de beschrijving, te koop aangeboden. Bij nader bekijken van de foto's bleek het doosje te behoren tot de serie sigaren- en sigarettendozen. Tot dan was de afbeelding van De vioolspeler binnen de collectie van Gerritsen & Van Kempen onbekend en de enige plaquette uit 1930. Redenen om te bieden en met succes. Op 18 augustus verliep de veiling en het bleek dat de stichting het winnende bod had uitgebracht.

Rechthoekige en geperst zilveren plaquette met een voorstelling naar het schilderij De vioolspeler, 1673, van Adriaen van Ostade (1610-1685). Keurtekens Waarborgwet: meesterteken: GVK (Gerritsen & Van Kempen); gehalteteken: staande leeuw (1e gehalte; het Nederlandse keurmerk voor 925/1000 zilver); kantooraanduidend teken: Minervakop met letter B (Utrecht); jaarletter: V (1930). Afmetingen doos 155 x 90 x 65 mm (l x b x h). Gewicht 227 gram. Coromandel hout. Collectie Stichting De ZilverKamer Zeist.


Variaties

Het is aannemelijk dat sinds de Koninklijke Gerritsen & Van Kempen in 1928 met een collectie Oudhollands op de markt kwam, er tientallen - zo niet meer - sigaren- en sigarettendozen versierd met een zilveren plaquette met een voorstelling naar een 17e-eeuws schilderij van een Hollandse meester, zijn verkocht. Mogelijk is een aantal dozen in de afgelopen bijna honderd jaar verloren gegaan. De vraag is of daarmee ook de plaquette verloren is gegaan. Men zal toch oog hebben gehad voor het fraaie zilverwerk? Misschien worden exemplaren los in een kast of lade bewaard of ingelijst.

Bij een zoektocht tussen medio februari en medio augustus 2023 zijn op het internet door te googelen negentien exemplaren gevonden. Ze werden of worden meestal te koop aangeboden. Met de twee exemplaren die de stichting op 14 februari bezat, komt het totaal op 21 stuks. Aan de hand van de jaarletter zijn ze te dateren tussen 1929 en 1947 met een hiaat tussen 1931-1941. De nummers 2, 3, 5, 6, 7 en 10 in het onderstaand overzicht zijn in bezit van de stichting.

De beschrijvingen die op het internet worden gegeven bevatten niet altijd dezelfde gegevens. De afmetingen van de dozen worden wel vermeld, maar meestal niet van de plaquettes. Evenmin de houtsoort waarvan de doos is gemaakt. De binnenkant van sigarendozen zijn normaliter van cederhout. Het hout heeft een heel duidelijke cedergeur en die weert insecten af.

Opmerkelijk zijn de verschillen in afmetingen van de dozen en de plaquettes, plaquettes met of zonder sierrand en de houtsoorten.

De houten dozen zullen niet op de fabriek zijn gemaakt. Vakmanschap en kennis van houtsoorten was hiervoor vereist. De dozen onder de nummers 3, 5 en 7 zijn identiek van vorm en zullen van de hand van dezelfde meubelmaker zijn.

De zilveren plaquettes zijn gekeurd volgens de Waarborgwet 1927. De Waarborgwet 1950 trad op 1 september 1953 in werking. Ze zijn voor zover vermeld in de beschrijving of te zien op een foto, gestempeld met een staande leeuw in een schild met een 1, de Nederlandse zilverkeur voor 1e gehalte zilver (925/1000).

Afmetingen dozen

1 1929 - Het Driekoningenfeest – 150 x 90 x 60 mm (l x b x h)
2 1929 - Het Driekoningenfeest – 157 x 92 x 70 mm (l x b x h)
3 1929 – Het kaartspel – 220 x 130 x 80 mm (l x b x h)
4 1929 - De Nachtwacht – 220 x 132 x 77 mm (l x b x h)
5 1929 - De Nachtwacht – 220 x 130 x 80 mm (l x b x h)
6 1930 - De vioolspeler – 155 x 90 x 65 mm (l x b x h)
7 1931 - Het vrolijke huisgezin – 220 x 135 x 80 mm (l x b x h)
8 1941 - De Nachtwacht – 155 x 110 x 55 mm (l x b x h)
9 1941 - De Nachtwacht – 225 x 140 x 80 mm (l x b h)
10 1943 - Het kaartspel – 245 x 163 x 80 mm (l x b x h)
11 1944 - Het kaartspel – 220 x 135 x 70 mm (l x b x h)
12 1944 - Het vrolijke huisgezin – 220 x 135 x 75 mm (l x b x h)
13 1944 - De Nachtwacht – 225 x 140 x 75 mm (b x l x h)
14 1944 - Het kaartspel – 240 x 170 x 70 mm (l x b x h)
15 1944 - Het kaartspel – 240 x 170 x 80 mm (l x b h)
16 1944 - De Nachtwacht – 243 x 165 x 80 mm (l x b h)
17 1944 - Het vrolijke huisgezin – 240 x 140 x 80 mm (l x b xh)
18 1947 - Het vrolijke huisgezin – 240 x 160 x 75 mm (l x b x h)
19 1947 - Het vrolijke huisgezin – 240 x 170 x 55 mm (l x b x h)
20 1947 - Het kaartspel – 245 x 160 x 70 mm (l x b x h)
21 1947 - Het kaartspel – niet bekend

Afmetingen plaquettes

1 1929 - Het Driekoningenfeest – niet bekend
2 1929 - Het Driekoningenfeest – 125 x 60 mm (l x b)
3 1929 - Het kaartspel – 180 x 95 mm (l x b)
4 1929 - De Nachtwacht – niet bekend
5 1929 - De Nachtwacht – 180 x 95 mm (l x b)
6 1930 - De vioolspeler – niet bekend
7 1931 - Het vrolijke huisgezin – 180 x 95 mm (l x b)
8 1941 - De Nachtwacht – niet bekend
9 1941 - De Nachtwacht – 180 x 93 mm (l x b)
10 1943 - Het kaartspel – niet bekend
11 1944 - Het kaartspel – niet bekend
12 1944 - Het vrolijke huisgezin – niet bekend
13 1944 - De Nachtwacht – niet bekend
14 1944 - Het kaartspel – niet bekend
15 1944 - Het kaartspel – 210 x 135 mm (l x b)
16 1944 - De Nachtwacht – 195 x 115 mm (l x b)
17 1944 Het vrolijke huisgezin – 180 x 100 mm (l x b)
18 1947 - Het vrolijke huisgezin – niet bekend
19 1947 - Het vrolijke huisgezin – niet bekend
20 1947 - Het kaartspel – niet bekend
21 1947 - Het kaartspel - niet bekend

Sierrand

1 1929 - Het Driekoningenfeest – nee
2 1929 - Het Driekoningenfeest – nee
3 1929 – Het kaartspel – nee
4 1929 - De Nachtwacht – nee
5 1929 - De Nachtwacht – nee
6 1930 - De vioolspeler – nee
7 1931 - Het vrolijke huisgezin – nee
8 1941 - De Nachtwacht – ja
9 1941 - De Nachtwacht – nee
10 1943 - Het kaartspel – ja
11 1944 - Het kaartspel – nee
12 1944 - Het vrolijke huisgezin – nee
13 1944 - De Nachtwacht – nee
14 1944 - Het kaartspel – nee
15 1944 - Het kaartspel – ja
16 1944 - De Nachtwacht – ja
17 1944 - Het vrolijke huisgezin – nee
18 1947 - Het vrolijke huisgezin – ja
19 1947 - Het vrolijke huisgezin – ja
20 1947 - Het kaartspel – ja
21 1947 - Het kaartspel – ja

Houtsoorten

1 1929 - Het Driekoningenfeest – noten
2 1929 - Het Driekoningenfeest – rozenhout
3 1929 - Het kaartspel – beukenhout
4 1929 - De Nachtwacht – niet bekend
5 1929 - De Nachtwacht – beukenhout
6 1930 - De vioolspeler – coromandel hout
7 1931 - Het vrolijke huisgezin – beukenhout
8 1941 - De Nachtwacht – niet bekend
9 1941 - De Nachtwacht – 180 x 93 mm (l x b)
10 1943 - Het kaartspel – coromandel hout
11 1944 - Het kaartspel – niet bekend
12 1944 - Het vrolijke huisgezin – niet bekend
13 1944 - De Nachtwacht – noten
14 1944 - Het kaartspel – niet bekend
15 1944 - Het kaartspel – palissander
16 1944 - De Nachtwacht – (1945 Lammerts van Bueren) – coromandel hout
17 1944 - Het vrolijke huisgezin – palissander
18 1947 - Het vrolijke huisgezin – niet bekend
19 1947 - Het vrolijke huisgezin – mahonie
20 1947 - Het kaartspel – niet bekend
21 1947 - Het kaartspel - niet bekend

In Zeist Zilver Werken (Zwolle, 2004) wordt op pagina 44 een sigarettendoos met de voorstelling van Het Driekoningenfeest afgebeeld. De doos uit 1941 met De Nachtwacht groot 155 x 110 x 55 mm (l x b x h) zal ook een sigarettendoos zijn.

Linksonder sigarettendoos met plaquette van Het Driekoningenfeest. Rechtsboven sigarendoos met plaquette van De kaartspelers. Foto Tom Haartsen, Ouderkerk a/d Amstel, 2004. Fotocollectie Stichting De Zilverkamer Zeist.

Opmerking

Mocht u meer over het G.v.K. Mannenkoor en E. Bos (1888-1962) willen lezen, bezoek dan www.zilverkamerzeist.nl/publicaties-gerritsen-van-kempen-mannenkoor.html

Bronnen

  1. www.delpher.nl
  2. www.wikidata.org/wiki/Wikidata:WikiProject_sum_of_all_paintings/Creator/David_Teniers_the_Younger Geraadpleegd 28 februari 2023.
  3. De Zaanlandsche Zilversmederij, De Hollandsche revue, jrg 14, 1909, no 11, 23 november 1909, p. 817-825.
  4. J. Hammes, Goud Zilver Edelstenen, Amsterdam 1943.